Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen
De Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) is eind 1998 in werking getreden. De WSNP is een aanvulling op de Faillissementswet en biedt burgers met financiële problemen de mogelijkheid een schuldenvrije toekomst tegemoet te gaan en heeft anderzijds als doel de belangen van de gezamenlijke schuldeisers te waarborgen.
De Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen biedt mensen met schulden die niet meer zijn af te lossen de mogelijkheid om via een schuldsaneringstraject toch een schuldenvrije toekomst op te bouwen. Het uiteindelijke doel voor de schuldenaar is dan ook een zogeheten ‘schone lei’.
Dit betekent dat schulden die na het traject nog openstaan niet meer opeisbaar zijn door de schuldeisers. Tegelijkertijd draait het traject echter ook om het zoveel mogelijk afbetalen van vorderingen die bij deze schuldeisers openstaan. Er dient gedurende het traject te worden gespaard (indien mogelijk), zodat de schuldeisers aan het einde van de termijn van de schuldsaneringsregeling enige betaling tegemoet kunnen zien. De restantvordering die alsdan overblijft wordt rechtens omgezet in een “natuurlijke verbintenis” zodat een schuldeiser de vordering niet meer op u kan verhalen.
Aanvraag & toelating:
Minnelijk traject – Wanneer iemand een beroep wil doen op de WSNP, is de eerste stap het starten van een schuldhulpverleningstraject bij de afdeling schuldhulpverlening van de gemeente van zijn of haar woonplaats.
De schuldhulpverlener brengt precies in kaart hoeveel schuldeisers er zijn, en wat de hoogte van de schulden is. Vervolgens probeert hij/zij een overeenkomst voor afbetaling te sluiten met deze schuldeisers. Dit houdt in dat er wordt voorgesteld een deel van de schuld kwijt te schelden in ruil voor afbetaling van de rest. Deze stap wordt ook wel het ‘minnelijk traject’ genoemd.
Om het minnelijk traject een grotere kans van slagen te geven kunt u de hulp inschakelen van mevrouw Kuijper. Zij kan u onder andere bijstaan met een moratorium of dwangakkoord.
Moratorium: Een rechtsmiddel waarbij het voor crediteuren tijdelijk onmogelijk wordt gemaakt om zich voor betaling van de schulden te verhalen op het vermogen van de debiteur.
Dwangakkoord: Het via de rechter dwingen van de schuldeisers om akkoord te gaan met een voorgestelde afbetalingsregeling.
Aanvraag via rechter Als alle schuldeisers met het betalingsvoorstel akkoord gaan treedt het in werking en ontloopt de debiteur de WSNP. Wanneer het niet mogelijk blijkt om via een minnelijk traject een overeenkomst te sluiten met de schuldeisers, dient de schuldhulpverlener namens de schuldenaar bij de rechtbank een verzoekschrift in om te worden toegelaten tot de WSNP. Dit document dient door de schuldenaar te worden ondertekend. Doorgaans wordt dit verzoek enkele weken later behandeld door een rechter, die meestal al tijdens de zitting bepaalt of de debiteur wel of niet wordt toegelaten.
Toelatingseisen Niet iedereen wordt zonder meer toegelaten tot de WSNP. Er zijn een aantal strenge voorwaarden van toepassing waarop de rechter een aanvraag toetst:
- Er moet een minnelijk traject hebben plaatsgevonden voorafgaand aan het verzoek tot toepassing WSNP.
- De schulden mogen geen gevolg zijn van een veroordeling in de vijf jaar voorafgaand aan indiening van het verzoek, zoals o.a. geldstraffen en schadevergoedingen.
- De schuldenaar mag niet al in de schuldsanering zitten.
- De schuldenaar mag de afgelopen tien jaar niet in de schuldsanering hebben gezeten. Uitzonderingen zijn mogelijk als een eerdere regeling buiten schuld van de schuldenaar is stopgezet.
Aanvullend moeten de volgende zaken door de schuldenaar aannemelijk worden gemaakt:
- Hij/zij is niet in staat zijn schulden volledig te betalen.
- Tijdens het opbouwen van de schulden is hij ‘te goeder trouw geweest’*. Schulden ontstaan door verslavingen of verkeersboetes kunnen bijvoorbeeld leiden tot afkeuring, alsmede boetes als gevolg van overbesteding. Dit zijn bijvoorbeeld schulden ontstaan uit leningen die zijn afgesloten op het moment dat de schuldenaar eerder opgebouwde schulden al niet meer kon betalen.
- Hij/zij zal de verplichtingen die horen bij het schuldsaneringstraject nakomen.
*Een uitzondering op de ‘te goeder trouw’-regel kan worden gemaakt wanneer de schuldenaar kan aantonen een zogeheten ‘keer-ten-goede’ heeft gemaakt. Dit houdt in dat hij zich actief heeft ingezet om de omstandigheden voor het ontstaan van deze schulden te verbeteren. Een voorbeeld is voormalige alcoholverslaafde die al een jaar nuchter is.
Tijdens de Wsnp:
Als de toepassing van de WSNP door de rechter wordt uitgesproken gaat het schuldsaneringstraject van start. Schuldeisers zijn nu bij wet gebonden om aan de regeling mee te werken. Zij mogen geen extra rente heffen over de vorderingen, en kunnen geen beslagen leggen. De vorderingen worden als het ware bevroren.
Let op: Er zijn vorderingen welke niet meedoen tijdens de WSNP. Dit kan bijvoorbeeld een bepaalde CJIB boete zijn. Deze wordt alsdan gedurende de looptijd van de schuldsanering opgeschort en dient na beëindiging Wsnp alsnog te worden voldaan.
De rechter zal zowel een bewindvoerder als een rechter-commissaris aanwijzen voor het schuldsaneringstraject.
De bewindvoerder ziet er in opdracht van de rechtbank op toe dat de saniet alle verplichtingen die horen bij de schuldsanering nakomt. Zijn rol is er feitelijk om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk van de schulden wordt afgelost.
De rechter-commissaris houdt op zijn beurt toezicht op de bewindvoerder. Tegelijkertijd oordeelt hij over verzoeken die via de bewindvoerder voor de saniet kunnen worden gedaan, zoals een verzoek tot ontheffing van de sollicitatieplicht.
Een schuldsaneringstraject duurt in de meeste gevallen drie jaar. Dit kan oplopen tot maximaal vijf jaar. Gedurende deze periode moet de saniet leven van het absolute sociale minimum, wat ook wel het ‘Vrij Te Laten Bedrag’ wordt genoemd. Dit bedrag is situatieafhankelijk. Een indicatie kan worden verkregen met behulp van de Vrij te laten bedrag-calculator op de WSNP-website van de Raad voor Rechtsbijstand.
Het doel van deze beperking is dat er door de saniet zoveel mogelijk geld kan worden gespaard, dat na afloop van het schuldsaneringstraject kan worden uitbetaald aan de crediteuren. Al het geld dat boven het vrij te laten bedrag uitkomt, wordt gestort op een boedelrekening, die wordt beheerd door de bewindvoerder.
Regels Om erop toe te zien dat er zoveel mogelijk geld wordt gespaard voor de schuldeisers, zijn onder andere de volgende regels van kracht tijdens het traject:
- Het vermogen van de saniet wordt geliquideerd. Auto’s, koophuizen, scooters, elektronica en andere zaken van waarde dienen ten behoeve van de afbetaling te worden verkocht.
- Een vervoermiddel (auto, scooter) mag in bepaalde gevallen worden behouden. Bijvoorbeeld als aantoonbaar is dat het vervoermiddel noodzakelijk is voor het uitoefenen van de werkzaamheden. Wanneer er sprake is van medische noodzaak, kan de rechter-commissaris eveneens bepalen dat het voertuig buiten bezwaar van de boedel blijft en derhalve niet wordt verkocht.
- De schuldenaar mag geen nieuwe schulden laten ontstaan.
- Er wordt een postblokkade ingesteld. Alle post loopt ter controle via de bewindvoerder. De postblokkade duurt 13 maanden.
- De schuldenaar moet zorgen voor zoveel mogelijk inkomen. Bij werkeloosheid geldt een sollicitatieplicht (vier maal per maand). In geval van arbeidsongeschiktheid zijn uitzonderingen mogelijk.
- Alle informatie die van belang is voor de schuldsanering moet aan de bewindvoerder worden doorgegeven. Dit geldt bij verhuizingen, maar bijvoorbeeld ook bij een wijziging van het inkomen. Hierbij is een actieve houding van de saniet verplicht.
- De bewindvoerder mag zonder aankondiging huisbezoeken afleggen. De saniet moet de bewindvoerder overal in huis toe te laten, en moet bovendien alle informatie verschaffen waarnaar de bewindvoerder vraagt.
Deze en andere voorwaarden en verplichtingen worden bij aanvang van het traject tot in detail aan de saniet uitgelegd door de aangewezen bewindvoerder.
De rechter kan de schuldenaar op ieder moment uit het traject zetten, wanneer blijkt dat deze in strijd met de regels heeft gehandeld. Het gevolg hiervan is dat alle schulden weer herleven.
Na afloop
Schone lei Als de saniet zich gedurende de volledige drie jaar aan alle verplichtingen heeft gehouden, wordt er door de rechter een zogeheten ‘schone lei’ verstrekt. Deze moet vrij letterlijk worden opgevat.
Uit het gespaarde bedrag worden eerst de kosten van de schuldsanering betaald door de bewindvoerder. Het bedrag dat vervolgens overblijft wordt naar rato uitbetaald aan de schuldeisers. Het deel van de schulden dat alsdan resteert behoeft niet meer te worden betaald. Daarvoor geldt de “schone lei”.